Mensenkinderen – Het Lied Van Schijn En Wezen

15,00

Mensenkinderen, het alter ego van Bas van Nienes, groeit uit tot een volwaardige fanfare.
Waar Bas op zijn debuutalbum alle liedjes zelf in elkaar knutselde, trommelt hij nu een compleet muziekkorps op en krijgt zijn vervolgplaat een koperen glans.

SKU: NSM01 Category: Tag:

Description

Met het lied van schijn en wezen heeft Bas zijn studio schuurtje ingeruild voor een harmoniegebouw vol muzikale mensenkinderen. Na het louter positief ontvangen debuut het land dat ooit vol eerbied zong, wordt Mensenkinderen zo muzikaal volwassen, zonder zijn speelse intimiteit te verliezen. Met gastbijdragen van maar liefst 17 muzikanten, waaronder Mischa Porte (Wooden Saints), Marien Okkerse (Michael Prins), Mevrouw Tamara, Lydia van Maurik (Eins Zwei Orchestra, How To Throw A Christmas Party) en Arjen van Wijk (This Beautiful Mess) is dit album een verrassend vervolg.

Mensenkinderen schrijft liederen met één been in het graf en de ander hoog in de lucht. In allemaal hoor je een verlangen naar iets volmaakts; een leven waarin alles klopt. De ene keer lijkt Bas te dromen onder onder een open hemel (‘Hier is water voor wie dorst heeft! Er is meer dan zat voor iedereen!’), de andere keer drijven er donkere wolken over en kruipen de liederen onder je huid (‘Hij trapt maar voort, vaderziel alleen’). Deze dubbelheid klinkt door in de titel het lied van schijn en wezen.
Lees verder…

Vanaf zijn nostalgische vakantie-eiland Texel stuurt Bas bijvoorbeeld een vergeelde ansichtkaart: ‘We zijn er bijna, we zijn er bijna, maar nog niet helemaal.’ Je ziet de ochtendschemering al, je nadert een verloren geliefde en in de verte hoor je het feestgedruis – maar je bént er nog niet… Deze zin typeert ook de hele plaat door zijn quasi-naïeve toon. Tekst en melodie komen in dit geval rechtstreeks uit een bekend kinderliedje. Maar net als in het werk van Annie M.G. Smidt, kruipt ook bij Mensenkinderen het stiekeme cynisme tussen de regels door: schijn en wezen…

Ook muzikaal is die spanning voelbaar. Soms hoor je de onschuld van feestmuziek, maar de blazers knersen, net als bij Tom Waits, tegelijkertijd dreigend. Moet je nu uit je plaat gaan of stemmig knikken? Je drijft zomaar van de dansbare uitbundigheid van Doe Maar richting de ingetogenheid van Herman van Veen. Maar in zijn veelzijdigheid stijgt het lied van schijn en wezen, mede door de gelaagde productie van opname-wonderkind Jan Borger, ver boven de Nederlandse weilanden uit.